Molenjaar 2016
Limburg telde in de 19e eeuw nog honderden molens. Er zijn er nu nog 88 van over. En die krijgen dit jaar speciale aandacht. De Limburgse Molenstichting en de Provincie Limburg gaan in 2016 bedreigingen, knelpunten en wensen inventariseren.
Om dit vorm te kunnen geven is 2016 uitgeroepen tot Jaar van de Limburgse Molens. Het startsein werd op 12 februari gegeven bij de Meterikse Molen door gedeputeerde Patrick van der Broeck en Kees van Rooij, voorzitter van de Molenstichting Limburg.
Limburgse molens zijn fraaie ‘landmarks’ in het landschap, trekken jaarlijks vele toeristen en worden belangeloos gerund door honderden vrijwilligers. Molens kosten jaarlijks veel geld. Molens vragen onderhoud en soms restauratie. Ook is de windvang bij windmolens vaak niet optimaal en kampen watermolens met gebrek aan voldoende water en waterkracht.
Molens worden bediend door goed opgeleide molenaars. De opleiding wordt verzorgd door het Gilde van Vrijwillge Molenaars. Het ambacht is zo bijzonder dat Unesco dit vorig jaar op de internationale lijst van immaterieel erfgoed heeft geplaatst. Limburg telt momenteel ongeveer 120 molenaars.
Op 21 maart werd in het openluchtmuseum Eynderhoof in Nederweert-Eind de Avond van de Limburgse Molens gehouden. Molenaars, vrijwilligers, overheden en betrokken instanties als natuurorganisaties, waterschappen, de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen IKL, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, Gilde van Vrijwillige Molenaars en de Universiteit Maasricht kwamen bij elkaar om te praten over een plan de campagne. Leidraad daarvoor is het leggen van verbindingen tussen de molens en natuur, landschap, leisure, economie en burgerparticipatie. Het plan moet in 2017 leiden tot een breed gedragen uitvoeringsprogramma waarin de toekomst van het Limburgse molenerfgoed wordt geborgd.